Soorten inspuitingen
U hebt één of meer inspuitingen nodig? En u durft het niet zelf? Gelijk hebt u. Een inspuiting moet op een bepaalde manier gebeuren, afhankelijk van het doel.
Intramusculair
Een intramusculaire inspuiting gebeurt in spierweefsel. De ingespoten vloeistof wordt binnen 15 tot 20 minuten in het bloed opgenomen. De spieren goed ontspannen helpt om pijn van de injectie te vermijden. Intramusculaire injecties worden toegepast voor medicatie die niet in het maag-darmkanaal kan opgenomen worden, of gewoon beter in een spier wordt opgenomen, of snel moet werken. Favoriete spieren zijn bovenarm-, dijbeen- en bilspieren.
Subcutaan
Een injectie onder de huid wordt subcutaan genoemd. De buikstreek is een favoriete plaats, naast de buitenkant van bovenarm en dijbeen. Na een subcutane injectie, die wordt uitgevoerd met een korte naald, wordt de ingespoten stof langzaam in het bloed opgenomen. Om lekkage en pijn te voorkomen wordt de hoeveelheid meestal beperkt tot maximaal 2 ml.
Intraveneus
Een intraveneuze inspuiting gebeurt rechtstreeks in een ader, via een infuus. Het ingespoten geneesmiddel komt dus dadelijk in het bloedsomloop terecht, waardoor het onmiddellijk werkt, en ook sneller uitgewerkt is.
Meer informatie
Een goed overzicht, hoewel niet wetenschappelijk, vindt u hier.